Johannes « 07-02-2021 om 11:02:14 »
De pioniers zijn het met elkaar oneens of motorracen, vroeger gevaarlijker was dan nu. Geert Timmer, velligheids-apostel in de racerij en persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid van de renners van nu: "Motorracen nu is minder gevaarlijk dan deelnemen, aan het verkeer".. Vroeger was het per se gevaarlijker. De weg zat vol kuilen en gaten, de race duurde zo'n uurtje of drie, de motor had geen enkele wegligging, de banden waren slecht.
Gebrand van Pelt: "Hoe harder je gaat, des te harder is de klap als er iets fout gaat. En ze gaan nu een stuk harder". "Motorsport is geen gevaarlijke sport. Nu niet en vroeger niet""' meent Van Hamersveld.
Willy van Gent: "Ik geloof' dat er weinig verschil is. Vroeger vielen er óók rake klappen:, Ze hebben mij een keertje héél' voorzichtig thuis gebracht "Leg 'm maar lekker in bed Hij moet veel rust hebben" Drie dagen buiten westen geweest en de familie maar op de" tenen lopen: "Ssst, pa slaapt" Ja, zo ging dat in die tijd. Wist men veel.
Fons Cremers vloog in 1929 via een boom een baggersloot in. Toen ze hem er uit gevist hadden en in het Asser ziekenhuis een beetje hadden afgepoetst, bleek hij zoveel gebroken te hebben dat ze niets eens genoeg instrumentarium hadden om dat allemaal te maken. Een smid heeft toen nog moeten assisteren. Ik zweer je. dat het waar is. Het is trouwens nog aardig goed gekomen. Alleen z'n pols is er half naast blijven staan en hij loopt nu nog met een stok".
Dezelfde Van Gent op de vraag of z'n zoons ook racen; "Kijk eens: MIJN vader, vond: het goed. Maar die wist ook van niks. Ik weet alles en vind het dus niet goed. Hoeveel lol ik er zélf ook aan heb beleefd, Mijn oudste zoon is 36 en die, heb ik het indertijd nog niet zo duidelijk gezegd. Gaat toch racen, valt een keertje van een , motor en is sindsdien een beetje dovig. Ik heb nog een jongere zoon van 15 en die zal ik het wat beter inprenten: blijf er vanaf, want begin je eraan dan is er geen weg terug".
De 76-jarige Bertus van Hamersveld heeft een oranje pet Die zit een heel jaar lang in een plastic zakje en wordt alleen tijdens de T.T en de daaraan voorafgaande trainingsdagen, gedragen. Met die pet is Bertus van verre reeds makkelijk te herkennen door andere oude pioniers. Stuk voor stuk zijn ze de deze week naar Assen gekomen. Sommigen met zorgwekkende rammeltjes in het carter, anderen met nog bijna evenveel vermogen als vroeger. Maar ze kómen. Hoe" dan ook. De caravan van Han van Kooten in het renners kwartier is het vaste ontmoetingspunt. Vorige week vrijdag, heeft hij die er al neergezet. Zijn vrouw: "Hij hield het thuis in Haarlem niet meer uit. Ik kón hem niet langer vast houden. Hij móést naar Assen".
Tekst in een gevonden krantenknipseltje
Men blijft jong zolang men zich nog allerlei nieuwe ideeën eigen kan maken en kritiek kan verdragen - Marie von Eschenbach